Dierenkliniek Ganzeweide is een praktijk waar u met uw huisdier terecht kunt voor alle voorkomende algemene veterinaire behandelingen, maar daarnaast ook voor meer specialistische (zgn.tweede-lijns) behandelingen

  Maandag 09:00 - 18:00               Dinsdag 09:00 - 18:00                 Woensdag 09:00 - 13:00                 Donderdag 09:00 - 18:00                   Vrijdag 09:00 - 18:00

 -          Behandeling volgens afspraak    Tel. 045 - 521 88 71          -

Nieraantasting bij de kat is een ernstige aandoening

 

 

Buster de gecastreerde kater van Mevrouw Martens zag er echt ziek uit. Zijn bazin vertelde

 

mij dat het katje van dertien jaar een Europese korthaar, al langere tijd braakte en meer dronk. Ook was de vacht dof en werden er veel meer haren verloren dan normaal was.

 

Van de destijds goed geproportioneerde kater zat er nu een magere kat als een hoopje ellende op de behandelingstafel. Er zat geen fut meer in het diertje.

 

Bij navragen bleek dat de eetlust al langere tijd minder was en met enige regelmaat was er sprake van diarree. Klinisch onderzoek bracht niet veel nieuwe informatie aan het licht. Om de oorzaak van het klachtenpatroon te achterhalen stelde ik voor om wat bloed van Buster te nemen en dit te onderzoeken op afwijkend functioneren van bepaalde organen.

 

 

 

Veel praktijken kunnen dit onderzoek zelf doen met bloedanalyse apparatuur. De uitslag is dan meestal dezelfde dag bekend en als voordeel kan er dezelfde dag nog begonnen worden met de behandeling, zodat onnodig tijdverlies in de behandeling van een (ernstig) ziek dier voorkomen kan worden.

 

Op grond van de leeftijd, de symptomen en het verschijningsbeeld van het katje verwachtte ik dat hij een nierinsufficiëntie (slecht werkende nieren) zou hebben. Er werd besloten om Buster op te nemen en zodra de uitslag bekend was, zou zijn de behandeling beginnen. Tenminste als dit tot de mogelijkheden behoorde.

 

De kat werd alvast aan het infuus gelegd om zijn conditie te verbeteren. Het bloedonderzoek was al vrij snel bekend. Mijn vermoeden van een insufficiëntie werd helaas bevestigd. In de praktijk spreken we ook wel over de aandoening ’schrompelniertjes’.

 

 

De gevolgen van schrompelniertjes

 

De nieren hebben een aantal zeer belangrijke taken waarvan de belangrijkste zijn:

 

Het handhaven van de water- en zouthuishouding in het lichaam, dat wil zeggen het produceren en concentreren van urine, waarin afvalstoffen, zoals zouten, afbraakproducten, medicijnen en ook giftige producten opgelost in water het lichaam kunnen verlaten.

 

De concentratie van veel stoffen die een belangrijke rol spelen in het bloed, worden door vooral de nieren binnen bepaalde grenzen gehouden.

 

Het afscheiden van stoffen die een belangrijke rol spelen in het handhaven van de bloeddruk.

 

Het afscheiden van een stof die de vorming van rode bloedcellen in het beenmerg stimuleert.

 

Het omzetten van vitamine D door de nieren tot het actieve vitamine D.

 

Dit is in staat om het calcium (kalk) uit de darm op te nemen. Calcium is nodig voor de opbouw van een krachtig botstelsel, maar ook voor de werking van spieren en een groot aantal enzymprocessen in het lichaam.

 

Bij een nierinsufficiëntie zijn de nieren niet meer in staat om deze taken naar behoren uit te voeren.

 

Het dier gaat door verlies aan functioneel nierweefsel veel drinken omdat het concentrerende vermogen van de nieren voor een (groot) deel verloren gaat.

 

De miljoenen filterorgaantjes in de nier, de zogenaamde nephronen, die de urine concentreren, worden door bindweefsel vervangen. Het bindweefsel trekt zich samen en er ontstaan intrekkingen aan het oppervlak van de nieren. De nieren worden kleiner en knobbelig vandaar de naam schrompelniertjes.

 

 

Door toenemend verlies van nierweefsel wordt de nierwerking in toenemende mate slechter.

 

Ook andere taken kan de nier minder goed uitvoeren, zoals het uitscheiden van ureum een stofwisselingsproduct van de eiwitverbranding in het lichaam. Deze stof wordt door de lever gevormd en moet worden uitgescheiden door de nier. Wanneer dit niet gebeurt, kan de stof zich ophopen in het bloed en zich als een giftige stof gedragen. De dieren kunnen dan gaan braken, maagdarm bloedingen krijgen en een vieze geur uit de mond ontstaat. Ook kunnen er zweertjes in de mond voorkomen. Tenslotte kunnen er hersenstoornissen gaan optreden, waardoor de dieren afwijkend gedrag gaan vertonen, zoals in kringetjes lopen, krampjes krijgen en speekselen.

 

Bij de meeste dieren met nierinsufficiëntie zal het ureum bij onderzoek verhoogd zijn. Daarnaast hoopt zich nog een stof op in het bloed het zogenoemde creatinine. Deze stof (een verwerkingsproduct van de spierstofwisseling) wordt normaal in een bepaalde vrij constante hoeveelheid per individu uitgescheiden.

 

Een aangetaste nier kan ook deze stof niet meer goed verwerken, waardoor ook het creatininegehalte stijgt. De mate van stijging geeft aan hoe erg de schade is. Hoe groter de stijging hoe minder functionerend nierweefsel nog aanwezig is. Dit is tevens een aanwijzing voor de vooruitzichten. Als het creatinine gehalte sterk gestegen is, wordt de verwachting somber. Daarnaast is een sterke stijging van de bloeddruk bij deze aandoening vaak waarneembaar. Dit is vaak een complicatie die bij nierlijden optreedt en deze leidt vaak tot blindheid door netvliesloslating of beschadiging van bloedvaatjes in het oog.

 

De zieke nier is bij het voortschrijden van nierinsufficiëntie meestal niet meer in staat om het vitamine D te activeren, waardoor de opname van calcium uit voedsel in de darm in het gedrang komt.

 

Bij vergevorderde gevallen van nierproblemen zien we dan ook vaak een verlaging van het calciumgehalte in het bloed optreden. Ook de uitscheiding van fosfaten, een ander afvalproduct van de celstofwisseling, neemt af bij nieraandoeningen. De concentratie van fosfaten stijgt dan ook in het bloed.

 

Fosfaat heeft de eigenschap om bij stijging in het bloed het calciumgehalte verder te laten dalen.

 

Dit kan zo laag worden dat het tekort aan calcium leidt tot klachten namelijk het optreden van rusteloosheid overgaand in krampen. Daarnaast kunnen hartritmestoornissen ontstaan.

 

Om deze tekorten aan te vullen activeert de nier de bijschildkliertjes (groepjes van cellen in de schildklier) die bepaalde botcellen de opdracht geven om calcium in de bloedsomloop af te geven om zodoende het calciumgehalte in het bloed zolang mogelijk op een acceptabel niveau te houden.

 

Dit gaat op den duur echter ten koste van de botmassa. Botten raken zodoende ontkalkt, worden zwakker en kunnen gemakkelijker breken.

 

Tenslotte kan ook anemie (bloedarmoede) optreden bij nieraandoeningen, omdat de vorming van rode bloedcellen in het beenmerg minder gestimuleerd wordt. Een kat met een nieraandoening kan door het slechter kunnen concentreren van de urine tevens uitdrogingsverschijnselen gaan vertonen. De kat ziet er ziek uit en heeft een slechte, dorre vacht.

 

 

Behandelingsmogelijkheden bij een kat met schrompelniertjes

 

De behandelingsmogelijkheden richten zich op de verstoorde functies van de nieren en bestaan uit een symptomatische behandeling. De aandoening schrijdt voort en zal alleen afgeremd kunnen worden, dus niet genezen!

 

Allereerst is het belangrijk om de stijging van het ureum en eventueel ook het fosfaatgehalte in het bloed te normaliseren en binnen de perken te houden. Deze stofwisselingsslakken kunnen we door het toedienen van infuusvloeistoffen uitspoelen en omlaag brengen en tevens eventuele aanwezige uitdrogingsverschijnselen opheffen.

 

De waardes worden met een nieuw beperkt bloedonderzoek op deze stoffen gecontroleerd. Er zal daarna levenslang een eiwitarm nierdieet door de dierenarts worden voorgeschreven. Bij aanzienlijke stijging van het fosfaatgehalte in het bloed zal er een fosfaat bind medicijn worden gegeven, meestal een vloeistof die met een theelepeltje of spuit in de mond moet worden ingegeven.

 

Bij sterke verlaging van het calcium gehalte wordt in een bloedvat een calciumoplossing gegeven die het tekort tijdelijk kan aanvullen en ervoor kan zorgen dat hartritmestoornissen verminderen en krampjes of spierrillingen kunnen stoppen.

 

Het toedienen van anabool steroéde door de dierenarts kan helpen om het calcium beter door het skelet te laten opnemen en de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg te stimuleren.

 

Om de bloeddruk op normaal niveau te brengen en de uitscheiding van stofwisselingsstoffen door de nieren te verbeteren, wordt er tegenwoordig door de dierenarts een medicijn meegegeven dat al langer in de praktijk bij hartaandoeningen ingezet wordt, maar waarvan bewezen is dat het ook de levenskwaliteit en levensduur van de kat met een nog niet te ver gevorderde schrompelnieraandoening aanzienlijk kan verbeteren.

Dit medicijn Fortekor verwijdt slagaders en bevordert de doorbloeding van de nieren waardoor de nier beter overbodige stoffen kan uitscheiden. Tevens kunnen er wateroplosbare vitamines B en C die met slecht geconcentreerde urine verloren kunnen gaan, toegediend worden.

 

Vooruitzichten bij schrompelnieren

 

Met een nierdieet, medicijnen en regelmatige controle bij de dierenarts is het mogelijk dat een nierpatiënt nog lange tijd een goed leven kan lijden.

 

In grote mate wordt de prognose bepaald door de nephronen (filtertjes in de nier) die nog resteren.

 

Buster werd helaas in een stadium aangeboden, waarin de klachten zeer ernstig waren en er praktisch geen functionerend nierweefsel meer over was. Vrijwel alle nierweefsel was vervangen door bindweefsel en de nieren werkten zo goed als niet meer. Bij Buster was maar een advies op zijn plaats; het nodeloos verder lijden beëindigen.

 

 

 

We moesten Buster laten inslapen