Geriatrische patiënt

Hoe oud zal hij worden?

Dat weet niemand, ook wij niet. Wat we wel weten is dat goede voeding, de juiste verzorging en regelmatige controles belangrijk zijn. Zeker als uw dier eenmaal de middelbare leeftijd heeft bereikt. Langzaam aan zullen zijn organen wat minder goed gaan werken en de kans op het ontstaan van ziektes als kanker en suikerziekte neemt toe. Omdat het zo geleidelijk gaat, vallen de symptomen vaak pas op als de ziekte al in een gevorderd stadium is. Terwijl er voor veel ziekten geldt dat ze beter te behandelen zijn naarmate ze eerder ontdekt worden. Een jaarlijkse ‘check-up’, bestaand uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een bloed- en urine-onderzoek, is daarom voor uw oudere dier aan te raden.

Wanneer is mijn dier oud?

Dat hangt voor een groot deel af van het ras en de omstandigheden waaronder een dier leeft. Verder zijn er net als bij mensen natuurlijk individuele verschillen. De hoogste leeftijd bekend van een kat was zelfs 34 jaar! Voor de meeste katten geldt dat ze rond 7-8 ‘middelbaar’ zijn en ouderdomsverschijnselen kunnen gaan vertonen.

Wat zijn ouderdomsverschijnselen?

Het verschil tussen ouderdom en beginnende ziekte is niet makkelijk te maken. Slaapt uw kat zoveel omdat hij elf is, of omdat de nieren niet goed meer werken? Wil uw kat niet meer zoveel rennen omdat hij wat stram is, of is er iets mis met zijn hart? Zeker in het beginstadium van een ziekte is er aan de buitenkant van een dier soms niets te zien. Wij kunnen daarom een geriatrisch profiel van uw dier bepalen, dit is een bloedonderzoek waarmee een indruk wordt verkregen van het functioneren van de belangrijkste organen, zoals: nieren, hart, lever, alvleesklier en schildklier.

Mocht het nodig zijn dan kan er vervolgens al in een vroeg stadium ingegrepen worden. Met bijvoorbeeld een aangepast dieet of speciale medicijnen blijft de conditie van uw dier veel langer goed. En zo heeft u zo lang mogelijk plezier met een gezonde huisgenoot!

Welke ziektes zien we vaak bij oudere dieren?
  • Nier- of leveraandoeningen
  • Suikerziekte
  • Hart- en vaatziekten
  • Tumoren
  • Gewrichtsprobleme
  • Problemen met het gebit
  • Overgewicht
  • Te snel of te langzaam werkende schildklier
Waar moet u op letten?
  • Vermageren of juist aankomen
  • Bultjes, kale plekjes of wondjes die niet overgaan
  • (Veel) meer drinken en/of plassen
  • Sloomheid of rusteloosheid
  • Moeite met ontlasting en/of plassen
  • Trillen of wankelen
  • Speekselen en/of vieze geur uit de bek
  • Hoesten en kortademigheid