Sterilisatie

Inleiding

De sterilisatie is de meest uitgevoerde operatie bij de teef. Naar schatting is ongeveer 30 % van alle teven in Nederland gesteriliseerd.  De belangrijkste reden is natuurlijk geboortebeperking c.q. het voorkomen van de loopsheid, maar er kunnen ook medische redenen zijn om een teef te steriliseren. Voorbeelden hiervan zijn onder andere baarmoederontstekingen, recidiverende schijnzwangerschappen, melkkliergezwellen en suikerziekte. Ook worden teven vaak preventief gesteriliseerd om deze problemen juist te voorkomen. Medisch gezien is het niet juist om van sterilisatie te spreken. Met sterilisatie bedoelen we een operatie waarbij het dier (of de mens) onvruchtbaar gemaakt wordt door de eileider af te binden of door te knippen. De rest, baarmoeder en eierstokken zelf, blijven in het lichaam zitten. Bij honden is het zeer ongebruikelijk om dit te doen, omdat de dieren weliswaar geen jongen meer kunnen krijgen, maar nog steeds loops (en eventueel ook schijnzwanger) blijven worden. Eigenlijk is dus iedere gesteriliseerde teef een gecastreerde teef, immers eierstokken en soms ook baarmoeder zijn geheel verwijderd.

Techniek

Voor de operatie moet de teef vasten. De reden hiervoor is dat sommige dieren kunnen braken van de narcose. Als er dan voedsel opgebraakt wordt en dit schiet de luchtpijp in kan er een levensbedreigende longontsteking ontstaan. De hond wordt onder narcose gebracht, op haar rug gelegd en de buik wordt geschoren en gewassen. Hierna wordt een sneetje in de buikwand gemaakt en baarmoeder en eierstokken worden opgezocht. Normaal gesproken hoeft deze snee niet groter te zijn dan 2-5 cm. Dan zijn er twee manieren om de hond te steriliseren. De eierstokken worden altijd weggehaald. Als de baarmoeder gezond is hoeft deze niet per sé verwijderd te worden. Omdat met het wegnemen van de eierstokken ook de hormoonproductie is stilgelegd is er geen risico op het alsnog krijgen van een baarmoederontsteking.

Een andere methode is om de eierstokken via een kijkoperatie (laparoscopie) te verwijderen. Hiervoor moeten 3 sneetjes van 1 cm in de buik gemaakt worden. Nadeel van deze methode is dat de apparatuur die voor deze techniek nodig is erg duur is en daarmee ook de operatiekosten.

Complicaties

Bij iedere operatie kunnen zich problemen voordoen, ook bij sterilisatie. De ernstigste is het nabloeden uit de baarmoeder of eierstokstomp. In het ergste geval kan een hond hieraan dood bloeden, maar gelukkig komt dit bij een goede techniek zelden voor. Bovendien moet de hond altijd op de kliniek blijven tot zij goed uit de narcose is ontwaakt; gedurende deze tijd controleren we de hond regelmatig. Wondinfecties zijn een ander probleem en worden meestal veroorzaakt doordat de hond aan de hechtingen of de wond heeft zitten likken. Ook zien we bij 1-5 % van de gesteriliseerde teven na kortere of langere termijn incontinentie optreden. Dit wil zeggen dat de teef af en toe druppeltjes urine verliest. We zien het vooral bij honden tussen de 25 en 40 kg. Het is gelukkig goed te behandelen met medicijnen. Een gesteriliseerde teef loopt wat meer risico om te zwaar te worden. Het is daarom raadzaam om na de sterilisatie iets minder te eten te geven en de eerste maanden het gewicht van uw hond goed in de gaten te houden. Indien nodig mag u hier onze weegschaal voor gebruiken.

Gedrag

Een veel gehoorde vraag is of het gedrag van de hond verandert door sterilisatie. Het antwoord is simpel: een gesteriliseerde hond gedraagt zich net zo als een niet gesteriliseerde hond tussen de loopsheden in.

Leeftijd

Het is een fabeltje dat het beter zou zijn dat teven eerst een nestje krijgen voor ze te laten steriliseren. Ze hoeven zelfs niet eerst loops geweest te zijn. Als we kijken naar de kans op melkklierkanker op latere leeftijd dan is het zo dat teven die vroeg gesteriliseerd zijn beduidend minder risico lopen. Ook baarmoederontstekingen komen niet voor bij gesteriliseerde dieren. Hierdoor neemt de levensverwachting van een jong gesteriliseerde hond met ongeveer 2 jaar toe. In onze praktijk geven we nu als advies om teven te steriliseren twee maanden na de eerste loopsheid. De operatie is dan simpel en de herstelperiode is zeer kort. Meestal rennen ze na een dag al weer door het huis heen. Het beste moment voor sterilisatie is altijd twee tot drie maanden na de loopsheid; de baarmoeder is dan het minst doorbloed. Het operatierisico blijft hierdoor beperkt.