Dektijdstipbepaling

Inleiding

Gemiddeld worden teven eens in de zes maanden loops. Sommige rassen  (Saarloos Wolfshond, sledehonden) kennen maar een loopsheid per jaar. Tijdens deze loopsheid is de teef maar enkele dagen bereid zich te laten dekken en ook maar enkele dagen vruchtbaar. Voor een fokker is het dus van essentieel belang om dit handjevol vruchtbare dagen van zijn teef te herkennen; immers een gemiste dekking betekent een vertraging in het fokprogramma van een half jaar. Nu zal de loopsheid zelf niet gauw gemist worden, het juiste dektijdstip bepalen is veel moeilijker, zeker als er geen (ervaren) dekreu in de buurt is. Met name in gevallen dat de reu ver weg woont of dat er KI gedaan moet worden, is het bepalen van het juiste dektijdstip erg belangrijk.

Progesteron bepaling

Gemiddeld is een teef dekrijp op de dertiende dag van de loopsheid, maar er zijn grote individuele verschillen. In de praktijk zien we teven die op de 9de dag al vruchtbaar zijn, maar uitschieters naar de 18de dag komen ook voor. Met een simpele bloedtest is het mogelijk om het ideale dektijdstip vast te stellen. Met deze test wordt het gehalte aan progesteron (zwangerschapshormoon) in het bloed bepaald. Op het moment dat de eisprong plaatsvindt zien we een snelle stijging van het progesterongehalte in het bloed. Aan de hand hiervan kan een betrouwbaar dekadvies gegeven worden. De resultaten van deze methode zijn goed, het drachtigheidspercentage schommelt rond de 90% (drachtig en nest). Andere methoden, zoals het maken van uitstrijkjes of glucosebepalingen in vaginaalslijm, geven wel een indruk of de teef loops is, maar zijn beslist niet betrouwbaar voor dektijdstipbepaling.

Uitvoering

De praktische uitvoering van de progesterontest is simpel. Op de 7de-8ste dag van de loopsheid wordt het eerste monster genomen. Is het progesteron nog laag dan moet de test om de 2 dagen worden herhaald totdat een stijging is vastgesteld. Gemiddeld moet er per teef 2-3 maal bloed afgenomen worden.