De egel

EgelDe egel is een nachtdier. Het is een van de langst op aarde voorkomende zoogdieren.
De rug is bekleed met zon 6000 scherpe stekels. De buik is dicht behaard en een volwassen egel weegt ongeveer 600 tot 1200 gram.
Met de zwarte, bolle ogen ziet de egel vrij slecht, maar het gehoor en de reukzin zijn sterk ontwikkelt.
Egels leven solitair. Alleen tijdens de paartijd, die van juni tot september duurt, komen ze korte tijd samen.
De Egel werpt een keer per jaar 3 tot 6 jongen (soms meer) tussen eind juli en half oktober. Uitzonderingen komen voor.
Als de jongen 7 weken oud zijn worden ze door de moeder verlaten.

Het gewicht van de jongen varieert op dat moment van 250 tot 350 gram en ze blijven als nest nog enige tijd bij elkaar.
De egel houdt een winterslaap. Volwassen egels gaan gewoonlijk eind november in slaap. De jongen veelal pas eind december. Eind april, begin mei ontwaken de egels weer.
Ook kleine egels (van ongeveer 300 gram) kunnen solitair strenge winters goed overleven. Soms ‘winterslapen’ er meerdere in een nest, waarin dan soms egels van maar 200 gram goed overleven. De hoeveelheid vet die ze hebben (t.o.v. hun gewicht) is het enige dat van belang is.

Tijdens de winterslaap daalt de lichaamstemperatuur van 35,5 C naar 5.0 C. De hartslag loopt terug van 180 slagen per minuut naar 9 slagen per minuut. De ademhaling, die normaal 45 keer per minuut plaatsvindt, wordt zeer onregelmatig en valt terug tot gemiddeld 3 keer per minuut.

Gedurende de winterslaap verliest de egel 15 tot 25% van zijn lichaamsgewicht. Hij teert dan op het vet dat hij in de herfst in zijn flanken heeft opgeslagen. Kleine egels hebben meestal een kleiner procentueel gewichtsverlies dan grotere exemplaren.